Landgoed Woudhuizen natuur – lijk

Landgoed Woudhuizen natuur – lijk

Een echte CDA Apeldoorn dag heb ik deze week. In mijn eerste baan bij Monuta verdeel ik mijn werk over 4 dagen en op de 5e dag deel ik het tussen politiek en werk. Deze week sluit alles dicht op elkaar aan en voelt het alsof het naadloos in elkaar overloopt. En dat gaat eigenlijk prima!

Ik heb meerdere afspraken, maar één daarvan wil ik graag met jullie delen omdat al enkele jaren dicht bij huis mooie dingen gebeuren in de natuur. Mijn bezoek aan boswachter Ruud Wantia van Natuurmonumenten in zijn gebied Landgoed Woudhuizen.

Doel

Ik heb natuurlijk een doel met dit bezoek. Ik wil meer weten over het afval dat regelmatig in het bos wordt achtergelaten. Maar ik wil ook weten hoe de staat van het bos in relatie tot klimaatverandering. En hoe we de ruimte het beste kunnen delen met de natuur in de energietransitie. Als laatste de vraag over de samenhang met het boerenbedrijf ín het Landgoed, maar ook wat stikstof doet.

Te veel vragen

Meer dan twee uur liep ik rond, reed ik rond en was ik in gesprek met deze enthousiaste 35-jarige boswachter die het gebied op zijn duimpje kent. Alle meer dan 200 hectare heeft hij gezien, in kaart gebracht en een beheerplan voor geschreven. Bij de uitvoering wordt hij geholpen door een team van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Alles om de kern van het Landgoed (rondom Campus Woudhuis) het centrale punt te maken en de natuur er rondom heen te laten floreren. Samen met buur en partner IVN.

Mijn ambitie om alle vragen beantwoord te krijgen blijkt wat groot. Er valt zoveel te vertellen over bos, grasland, exoten en bestrijden daarvan, maar ook over pachters in het gebied en de samenwerking met de gemeente.

Maar ook veel antwoorden

Nadat Ruud mij meeneemt in de oppervlaktes en indeling op wat kaarten lopen we naar een belangrijke aanpassing. Een nieuw pad vanaf de Zutphensestraat waar ook een nieuwe – meer zichtbare – parkeerplaats moet komen. Zoals ook in de gemeenteraad is besloten. Hopelijk stopt het dumpen van afval op de oude parkeerplaats daarmee. En wordt de kern van het gebied beter onder de aandacht gebracht van de bezoekers.

Verstandig maaien om watercrassula te bestrijden

Beheertechnisch is er veel geregeld. Openbare wegen zijn van de gemeente, soms zelfs een strookje naast een bospad (bomen bijvoorbeeld), andere aansluitende delen weer van een pachter. Het klinkt wat complex. Immers een boom of struik stopt niet met groeien als hij over een theoretische grens gaat. Maar gelukkig werkt iedereen goed samen.

Ik kreeg veel zicht op begroeiing die er eigenlijk niet thuis hoort. De watercrassula die rondom de vennen voorkomt en zelfs van een snipper al tot plant kan groeien, de Amerikaanse vogelkers die overal zijn plek vindt en natuurlijk de Japanse duizendknoop. Er wordt veel aan gedaan om de soorten te vermijden.

Staat van het bos

Het gebied is prachtig. Voor de gelegenheid mocht ik ook op plekken komen die als bosreservaat afgesloten zijn. Met dassenburcht en varens. Zelfs in de regen mooi om te zien.

Het bodemleven in het Landgoed is op orde. Het bodemleven heeft het soms zwaar in gebieden waar mest wordt uitgereden of andere externe elementen worden gebruikt in de gewasteelt of graslanden.

Ik leerde dat ook dood hout een functie heeft als schuilplaats voor insecten, vogels en andere kleine dieren. Een klimop het niet altijd ‘wint’ van een boom en een beuk wel van een eik. Ik leer op een andere manier te kijken.

Op de vraag of Nederland nu echte natuurgebieden kent of dat we meer landschapsparken aan het inrichten zijn bleef Ruud me het antwoord schuldig. En dat snap ik. Het blijft een moeilijke vraag hoe ruimte met alle gebruikers moet worden gedeeld. Ook de huidige pachters die nog een actief boerenbedrijf uitoefenen doen dat met respect voor natuur en ruimte.

Conclusies?

De twee uur zijn te kort om gedegen conclusies te trekken. Ik zie dat ruimte beperkt is. Dat grenzend aan het landgoed zonneparken een plek vinden. Waarin landschappelijke inpassing een belangrijke afweging is.

Dat ook hier exoten groeien en stikstof Pijpenstrootje en Braam zichtbaar maakt. Maar ook hoe hard wordt gewerkt om het landschap beter, diverser en mooier te maken. Met zichtlijnen in oude lanen, met respect voor oude soorten en met oog op toekomstig gebruik door bezoekers. Zo kan iedereen genieten.

Ik wil zeker nog eens – met mijn medefractieleden van het CDA Apeldoorn – terug. Al zou het alleen zijn om ze te laten zien hoe dichtbij Osseveld-Woudhuis de mooiste natuur te zien is. Komt dat zien!

Gepubliceerd door Hans van Gerrevink

1969, Apeldoorner van geboorte en in hart en nieren gebleven. Al 25 jaar woonachtig in Osseveld-Oost. Opgegroeid met de kernwaarden van het CDA in de Apeldoornse Metaalbuurt. Enthousiast en energiek. Mantelzorgt voor moeder. Klimaatburgermeester, aanvoerder, hardloper en verbinder.